Nieuws
Geen HIR door ontbreken van concrete bewijzen
Een bv verkoopt een pand voor € 290.000 en wil hiervoor een herinvesteringsreserve (HIR) vormen. De inspecteur weigert dit, omdat de bv volgens hem niet aannemelijk heeft gemaakt dat op de balansdatum een voornemen tot herinvestering bestond. De bv gaat in beroep. De rechtbank oordeelt dat de bv moet aantonen dat zij op de balansdatum een herinvesteringsvoornemen had. Hoewel de bv een directiebesluit overlegt waarin staat dat ze een makelaar heeft ingeschakeld om een vervangend pand te zoeken, acht de rechtbank dit onvoldoende. Het besluit wordt namelijk niet ondersteund door objectieve gegevens zoals schriftelijke communicatie met de makelaar, offertes of andere concrete stappen die wijzen op een daadwerkelijke wil tot herinvesteren.
Het ontbreken van concrete bewijzen, zoals e-mails of agenda-aantekeningen, maakt het volgens de rechtbank onwaarschijnlijk dat er daadwerkelijk een herinvesteringsvoornemen bestond. De overgelegde stukken over werkzaamheden van de makelaar zijn bovendien niet specifiek te linken aan de bv, aangezien de makelaar ook voor andere partijen werkt. De rechtbank wijst erop dat de communicatie met de makelaar mondeling en telefonisch heeft plaatsgevonden, maar dat dit voor rekening en risico van de bv komt. De rechtbank concludeert dat de bv niet heeft aangetoond dat zij op de balansdatum een herinvesteringsvoornemen had. De vorming van de HIR wordt daarom afgewezen, en de boekwinst wordt terecht in de belastbare winst meegenomen. Het beroep wordt ongegrond verklaard.
Bron: Rechtbank Gelderland | jurisprudentie | ECLI:NL:RBGEL:2025:2509 | 31-03-2025
Adres
Administratiekantoor van Rooijen
Deltahof 16
2181 EN HILLEGOM
Tel: 0252-528342
E-mail: info@administratiekantoorvanrooijen.nl